In maart gaat een groep vrijwilligers van Landschapsbeheer Flevoland wekelijks op pad voor onderhoud aan een aantal kunstwanden voor oeverzwaluwen. De wanden moeten jaarlijks worden opgevuld met vers rivierzand, willen ze in trek blijven. Het vullen is best een zware klus. Maar dat het niet voor niets is, blijkt uit de broedresultaten.
Zo rond eind maart, begin april komt de oeverzwaluw terug in Nederland vanuit zijn overwinteringsgebied in de Sahel-regio. De oeverzwaluw broedt graag in steile, zanderige wanden, waar hij zelf een nestgang uitgraaft. Achter in de gang legt de oeverzwaluw 4-5 eieren. De jongen zitten ruim 3 weken in het nest.
Om de oeverzwaluw te helpen heeft Van Werven een betonnen oeverzwaluwwand aangelegd met gangen. Die gangen moeten ieder jaar opnieuw gevuld worden met zand, zodat de vogel een nieuw nest kan uitgraven.
Stagiaire Alex van Landschapsbeheer telt dit jaar het aantal bewoonde nestgaten. "Dit is best wel een grote wand, met 320 gaten” vertelt hij. “De resultaten van de eerste leg zijn bekend, namelijk 185 bewoonde nestgaten. Zou je uitgaan van 2 jongen per nest, wat een voorzichtige schatting is, dan kom je toch op een kleine 400 uitgevlogen jongen” besluit hij. “Een mooi resultaat! En het broedseizoen is nog niet afgelopen voor de oeverzwaluw, dus de babyboom in Biddinghuizen gaat nog door.”
Bron: Landschapsbeheer Flevoland